Van wij naar ik, ik, ik

Wat is er precies verschoven?

Het idee van maatschappelijke erkenning vormt de motivatie van de grote emancipatiebewegingen van de vorige eeuw. (…) De twintigste eeuw is de eeuw van de vakbonden en de arbeidersbeweging, van de eerste en tweede feministische golf; het is de eeuw van de Indiase onafhankelijkheidsstrijd van Gandhi en Nehru, van de burgerrechtenbeweging waar Martin Luther King boegbeeld van was, van de anti-apartheidsstrijd in Zuid-Afrika met Nelson Mandela als icoon, van de Gay Liberation Movement na de Stonewall-rellen in 1969.

Al die progressieve bewegingen, ik heb er maar een paar genoemd, eisten gelijke rechten, vrijheid en erkenning op voor grote groepen en volkeren, die eeuwenlang onderdrukt, miskend, vernederd of domweg genegeerd werden.

Aandacht
Je zou dus kunnen zeggen dat het in de vorige eeuw meer om erkenning door de maatschappelijke instituties ging, en dat in onze tijd de nadruk meer op „aandacht” is komen te liggen, als volwaardig behandeld te worden door anderen, op het je gezien weten. (…) De strijd die in onze tijd wordt gevoerd, denk ik, bevindt zich eerder op het persoonlijke vlak. (…) Aandacht wordt nu opgeëist – zie de hashtags Black Lives Matter en MeToo. (…)

Een belangrijk gevolg van de strijd om als volwaardig gezien te worden is dan ook dat het zelfbeeld van de hele samenleving, die grote groepen zo lang heeft miskend, op de schop moet. Omdat deze groepen nu hun plek aan tafel opeisen, wordt de maatschappij gedwongen opnieuw naar zichzelf te kijken, niet alleen naar haar wetten en regels, maar naar haar mentaliteit. De blik moet opnieuw gericht worden. Gevestigde, traditionele instituties zijn onderwerp van kritiek, gerieflijke aannames over wat vanzelf leek te spreken, aannames over nationale identiteit en cultuur, over wat ‘natuurlijk’ was en wat niet, worden aan stukken geblazen. (…)

Het gaat dus niet langer om tolerantie van verschil, maar om een wezenlijk andere manier van kijken, naar jezelf, naar de ander, naar de samenleving. Geen wonder dat het verzet zo heftig is, zo boos en verongelijkt ook. De boodschap is immers niet: je moet de ander accepteren, leven en laten leven, maak het lekker zelf uit. De boodschap is: je moet je hele manier van kijken ter discussie durven stellen – en daar vervolgens naar handelen.

Het loopt hoog op, iedere dag opnieuw, ook omdat de mensen van wie gevraagd wordt hun blik te veranderen, zichzelf op hun beurt vaak niet gezien en miskend voelen. De geëiste verandering wordt ook vaak agressief weggezet als een vorm van dwangverpleging, van bovenaf opgelegd door een zelfgenoegzame elite die, na het wegvallen van godsdienst en ideologie, van ‘deugen’ een nieuwe godsdienst heeft gemaakt. (…)

Lees hier het essay:
Bas Heijne, Ik, ik, ik. Maar waar is de wij?, in: NRC 24 december 2022

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Archieven