De stationspiano

Bij de rellen van gisteren in Eindhoven tegen coronamaatregelen en in dat verband de avondklok, gebeurde heel veel in korte tijd. De plaatselijke middenstand werd gesteund door hun ramen in te gooien, de Jumbo werd geplunderd, het ziekenhuis droeg schuld, een auto van ProRail had het gedaan en het halve station van Brainport Eindhoven moest aan diggelen. Verder maakten de demonstranten ook werk van vernieling van de stationspiano. Dat is pas echt een teken dat de beschaving heeft verloren. Drie eerdere voorbeelden van ‘alles kan stuk’.  

Barbarij in de mode / piano (1)
Ik zag in veel landen de opstand tegen beschaving, maar nergens grimmiger dan in Liberia in het heetst van de burgeroorlog. (…) Alle boeken in de universiteitsbibliotheek waren van de planken getrokken en op stapels gegooid, vaak met bladzijden eruit gescheurd en opzettelijk gebroken ruggen. Het was de wraak van barbaren op de beschaving, en van de machtelozen op de machtigen, of op wat zij zagen als de oorsprong van de macht. Onwetendheid kwam in opstand tegen kennis. (…) Was er een nog duidelijker blijk mogelijk van de haat van het lagere voor het hogere?

Dat was er wel degelijk – in een gebouw dat Centennial Hall heette, waar de inauguratieplechtigheden van de presidenten van Liberia plaatsvonden. De zaal was nu leeg, afgezien van de bustes van de voormalige presidenten, sommige omgedraaid, langs de wanden – en een Steinway-vleugel, waarschijnlijk de enige in het hele land. De piano was echter niet onbeschadigd: de poten waren er afgezaagd en de romp lag op de grond, als een gestrande walwis. Eromheen lagen kleine hoopjes menselijke uitwerpselen.
Nooit had ik een aanschouwelijker afwijzing van menselijke beschaving gezien. Natuurlijk vertegenwoordigde de piano een cultuur die niet geheel bij Liberia hoorde en die zich niet iedereen in het land geheel eigen had gemaakt. Maar dat de piano niet alleen een specifieke beschaving vertegenwoordigde, maar het idee van beschaving zelf, bleek overduidelijk uit de grofheid van dit gebaar van minachting. (…)
Psychiater Theodore Dalrymple, De barbarij is in de mode, in: Trouw 13 augustus 2005.

Opnieuw beginnen / piano (2)
De stad Utrecht hield een culturele zondag: dan is er in de hele binnenstad gratis zang, dans en theater. In het programma las ik over een muziekonderdeel in de aula van het Vader Rijn College. Iets met klassieke zang.
In het Vader Rijn College? Dat is niet in de binnenstad, maar in Overvecht, dat nog een prachtwijk moet worden. Deze voor 90 procent zwarte school, een vmbo, kreeg landelijke aandacht toen de directeur een van oorsprong Marokkaanse lerares wilde ontslaan die had aangekondigd om geloofsredenen geen enkele man meer de hand te zullen schudden. (…)
Dit zag ik en dan moet u ook bedenken dat die middag in ’Buitenhof’ een debat werd uitgezonden tussen Paul Scheffer en Femke Halsema en dat Scheffer daarin nog eens verhaalde van die zoektocht waarin het dolende Nederland was terechtgekomen.
Dus daar zat ik, nauwelijks een uur later, in de aula van die zwarte school, hopende op een grote groep jonge Marokkaanse scholieren die ademloos naar Bizet zouden luisteren.

Er was geen hond.
Ja, er waren twee handenvol mensen van de stichting, die allemaal ergens die middag op het open podium een stukje zouden zingen, maar op een verdwaald ouder echtpaar na kwam er niemand luisteren. Zo hoorde ik een oudere heer met breekbare stem het smartelijke ’Caro mio ben’ zingen, van Giuseppe Giordano, en beklom daarna een blind meisje het podium, met stok en hond, om ’Après un rêve’ van Gabriel Fauré ten gehore te brengen, en Debussy’s ’Romance’. Aan haar voeten sloot de labrador zijn ogen. En er was niemand van de school om het te horen, zelfs de conciërge was al verdwenen, de conciërge op wiens loge-raam ik de opmerkelijke mededeling ’we hebben geen paracetamol’ had zien staan.

Ik dacht aan Scheffer en zijn zoektocht, tot het blinde meisje plotseling stopte en – met een knikje richting de pianist die haar begeleidde – zei: „We gaan even opnieuw beginnen, want zijn bladmuziek viel van de standaard.” Ik had wel even willen wenen toen.
Wim Boevink, De wijk in, in: Trouw 8 januari 2008.

Racistische vleugel / piano (3)
Precies van zonsondergang tot zonsopgang waren er rellen in de Schilderswijk in Den Haag. Zoals de buurtbewoners zeggen: dit heeft niks meer te maken met het feit dat de politie de Arubaan Mitch Henriquez dood gewurgd heeft. Dit is een explosie van geweld van een groep mensen die jarenlang een slachtofferrol in de samenleving ingeduwd, ingepraat en inge-agitpropt zijn en die slechts een vonk nodig had om in deze hete nachten helemaal Banlieue dan wel Baltimore ’15 te gaan.
En oorlog was het, de ME moest op een gegeven moment zelfs vluchten, terwijl relschoppers hun eigen wijk sloopten. Wat direct de kortzichtigheid onderschrijft van dit soort lui. Woest op alle anderen, maar dan alsnog je eigen wijk slopen en je eigen ondernemers naar de rand van het faillissement stenigen. Waarbij zelfs een onschuldige vleugel in cultuurcentrum Theater De Vaillant gesloopt moet worden. Terwijl intussen alle schuld geëxternaliseerd wordt richting de ironische combinatie van kankerjoden en racisme.

Want alles ligt altijd aan de ander, de samenleving en natuurlijk de politie, die nu eenmaal veel in de wijk is omdat de criminaliteit er simpelweg hoger ligt.
Ook voor deze rellen zullen verzachtende omstandigheden aangedragen worden, achterlijkheid worden goedgepraat en de schuld bij van alles behalve de daders gelegd worden. Althans, in sommige kringen. Afijn, Joram van Klamervrageren wil een avondklok, er zal vandaag wel geroepen worden om het leger en Jozias van Aartsen is compleet de regie kwijt. Dit is hoe foute boel er uitziet.
Johnny Quid, Relschoppers Schilderswijk slopen racistische piano, op: weblog GeenStijl 2 juli 2015 (270 reacties).

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Archieven