Integratie is in de grote steden een belangrijk thema. Daarbij wordt doorgaans gekeken naar migranten. Maar hoe geïntegreerd zijn mensen zonder migratieachtergrond eigenlijk in hun multiculturele buurt?
Mariska Jansen sprak voor De Kanttekening met socioloog Maurice Crul. Een paar citaten:
‘De voormalige meerderheid in de grote steden, mensen zonder migratieachtergrond, krijgt nu een minderheidspositie. In Amsterdam is dat al tien jaar het geval, in Rotterdam ruim vijf jaar. Je ziet dat die trend verder doorgaat. Als je naar de jongeren onder de vijftien jaar kijkt, dan is in veel stadsdelen iets meer dan een derde nog van Nederlandse afkomst. Als je naar de nog jongere leeftijdsgroepen kijkt, zijn de jongeren zonder migratieachtergrond een steeds kleinere groep.’ (…)
Gaat het eigenlijk wel goed met die nieuwe witte minderheid?
‘We concluderen dat over het algemeen de mensen die in de diverse buurten wonen dat als een verrijking zien. Het is denkbaar dat ze hiervan in hun leven en loopbaan de vruchten gaan plukken. Ook is het mogelijk dat Nederlanders die niet gewend zijn aan multiculturaliteit straks minder effectief zijn in de wereld van superdiversiteit. Er is daarom nog heel veel te doen op het gebied van menging en sociale cohesie. Juist om te zorgen dat de mensen van Nederlandse afkomst niet achterop raken.’
Vinden jullie dat de witte minderheid moet integreren?
‘Integratie houdt de afgelopen dertig of veertig jaar in dat mensen van kleur moeten integreren in de witte maatschappij. Dat concept zit zo langzamerhand op een dood spoor. Het werkte in de jaren zestig en zeventig, toen kleine groepen migranten nieuw aankwamen in Nederland. Kinderen van Turkse en Marokkaanse arbeidsmigranten kwamen als een klein groepje op school bij een grote groep voornamelijk witte leerlingen. In die situatie was het logisch dat zij zich gingen aanpassen aan die grote groep.’
Diversiteit als norm
‘Tegenwoordig is de situatie in de grote steden heel anders. Je kunt zeggen dat de norm diversiteit is. Veel scholen tellen vijftien, twintig nationaliteiten, leerlingen van de eerste, tweede, derde generatie en in toenemende mate ook kinderen uit gemengde huwelijken. Om de samenleving goed te laten functioneren, moeten we goed kunnen omgaan met diversiteit, met mensen die anders zijn dan jij. Dat betekent dat we ook iets moeten vragen van de mensen zonder migratieachtergrond. (…) Wij zeggen: in die nieuwe samenleving moeten juist zij bepaalde competenties leren om in die diverse samenleving te functioneren.’
Mariska Jansen, Kunnen witte Nederlanders de samenleving straks nog bijbenen?, in: De Kanttekening 14 juli 2023