De mening is, als vrijheidsuiting, aan een zekere inflatie onderhevig. Je hebt nu eenmaal vrij veel meningen.
Vroeger had je een graanoverschot, tegenwoordig heb je een meningenoverschot. Vandaar dat meningen voortaan ook vergaand moeten zijn: het meningenoverschot is zo groot dat je met een gewone mening niets meer voorstelt. (…)
Ik weet het niet zo. Ik weet niet of een overschot van steeds verdergaande meningen goed beleid oplevert. Ik zou het, als tegenwicht, eerder zoeken in minder meningen. In de vrijheid van meningloosheid – om het meningenoverschot terug te dringen, en de redelijkheid weer wat ruimte te geven.
Dit zou voor de maatschappij zelf ook niet slecht zijn, denk ik.
NRC 21 april 2016 Tom-Jan Meeus: De vrijheid van meningloosheid